Deze vraag komen wij heel vaak tegen. Zeker als het gaat om het omarmen van digitale verandering, meestal zeer gewenst maar natuurlijk ook een bron van ‘weerstand’. En hoe doe je dat dan? Hoe krijg je mensen zover dat ze toch meegaan in een nieuwe manier van werken.
Wezenlijk anders
Ik ga ervan uit dat het hier gaat om een verandering of vernieuwing. Dus dat je wil dat mensen met een nieuwe tool gaan werken, of dat ze gevraagd worden om op een andere manier te gaan werken. Een significant nieuwe werkwijze dus, waarvoor ze zich moeten aanpassen. Of ‘nee’ zeggen. En dat laatste gebeurt niet zo expliciet, dat zijn we toch niet gewend en is not done in onze hiërarchische wereld. Je zegt dan geen ‘nee’, maar je gooit wel je kont tegen de krib, zoals we dat hier in Eindhoven zeggen.
Wat zegt dat eigenlijk, dat mensen geen verandering willen?
Weerstand, of het bij het vertrouwde willen houden, is gewoon gezond. Een aantal van ons hebben zich in hun jonge jaren vaak stevig moeten beschermen. Dat kan zijn omdat ze ouders hadden die verwachtingen hadden waar je niet aan kon voldoen, maar het kan ook zijn dat er in het onderwijs of in de sport dingen van je gevraagd werden waar je niet aan kon voldoen. Als je niet gewoon ‘nee’ kunt zeggen en iemand, of een systeem, is sterker dan jij, dan zul je jezelf wel moeten beschermen, anders raak je jezelf kwijt. Wat mij betreft is dat de kern van waarom mensen niet willen. Ze zijn op hun hoede. Of dat ze dat nog steeds moeten zijn, in deze situatie in het werk, is voor hen eigenlijk onduidelijk. Het is vaak een oud overlevingsmechanisme, dat vroeger dus goede diensten heeft bewezen. Maar dat nu ‘vanzelf’ weer aangaat, als een reflex, maar eigenlijk niet meer functioneel is. Als dat laatste het geval is, weten mensen toch vaak diep van binnen wel dat het niet werkt. Maar als het automatisch gaat, kun je er op dat moment niet veel aan doen.
Weerstand klikt op weerstand
Bij sommige mensen is de weerstand enorm. En als die ‘aangaat’, dan beïnvloedt dat anderen onmiddellijk. Het is bijna een wetmatigheid dat bij anderen dan hun weerstand ook aan gaat. Kijk maar naar jezelf: stel, je hebt een fantastisch idee bedacht waarmee je bedrijf echt veel geld kan besparen. Misschien is je directeur, of zeker de financieel directeur, zeer enthousiast en wil dat idee zo snel mogelijk realiseren. Hij en jij zijn misschien niet bedacht op collega’s die hier niet zo enthousiast over zijn. Het zou zomaar kunnen dat het hen hun baan kost. Hoe reageren zij denk je? En wat is dan op jouw beurt je reactie. Je komt meteen in je eigen verdediging terecht en gaat doen wat jij dan altijd doet: overtuigen, verdedigen, of manipuleren, kortom je trekt alles uit de kast. En dan ben je weg, dat mooie idee is dan meteen een ‘lastig’ ding geworden. In vele opzichten.
Hoe gaat zo’n proces nu, in de ogen van een medewerker: verordonnering van de baasAls de een denkt dat hij zich moet beschermen, dan doet de ander dat bijna als vanzelf ook. Als in de dierenwereld een dier een signaal afgeeft dat hij zich bedreigd voelt, dan zijn alle andere dieren onmiddellijk alert. En met de focus op dat wat dreigt, is geen enkel dier bezig om een nieuw stukje grond te onderzoeken. Of met op zijn gemak wat te eten. Nee, alle alarmbellen staan op rood.
Hoe kan het anders?
Het meest eenvoudige is: neem het gevoel van dreiging of gevaar weg. En dat doe je door gewoon vragen te stellen en diep te luisteren. Dat kan individueel, maar je kunt de vragen ook aan een groep stellen: ‘Vertel, wat is het wat je tegenhoudt, of waar zie je de dreiging? Wat maakt het voor jou ingewikkeld en waarom? Kun je uitleggen waar je tegenop ziet?’. Vraag door tot alles op tafel ligt. Check ook steeds of je alles hebt gehoord. Vat samen wat je hebt gehoord, herhaal het en vraag om bevestiging. Kortom, geef alle ruimte aan mensen om met hun bezwaren te komen. Neem dat serieus, en beschouw dat wat er gezegd wordt als feitelijke informatie. Maak er geen punt van, dan reageer je ook niet vanuit je eigen verdediging.
Grenzen
Stel wel van tevoren vast dat er grenzen zijn aan wat wel of niet veranderd kan worden. Als je bijvoorbeeld eenmaal een systeem hebt gekocht, is het niet zo dat dat weer van tafel verdwijnt. Dan zou je jezelf ook niet serieus nemen. Of als de nieuwe manier van werken is besloten, dan is het niet zo dat dat onderhandelbaar is. Zorg dat je voor jezelf voorbereid bent op tegenbeweging. Voorbereid zijn, betekent niet dat je je eigen idealen los laat. Voorbereid zijn betekent wel dat je begrijpt dat jij met je werkgroep al maanden bezig bent om iets te veranderen. De valkuil is dat je met de conclusie van je werkgroep naar mensen toe gaat. Dus waar jij eindigt, daar begin je mee voor de anderen. Anderen die nog van niks weten, niet weten waarom en ook niet meegenomen zijn in het proces van afwegingen. Geheid dat je daar tegengas op krijgt. En terecht, zou je zelf ook doen waarschijnlijk.
Verrassing
Ik ben zelf al heel lang intensief bezig met veranderprocessen. En het intrigeert me nog steeds hoe patronen van het oude gezin en patronen in werksituaties op elkaar inwerken. Het zal niet de eerste keer zijn, dat mijn grootste tegenstanders mijn allergrootste ambassadeurs zijn geworden. En als ik daar goed over nadenk dan is dat ook wel te verklaren. De grootste tegenstanders hebben het hardst moeten vechten, maar zij hebben vaak een hele grote kwaliteit van zichzelf moeten beschermen. Dat doen ze natuurlijk ook als jij met je mooie plan komt. Tot het moment dat zij zichzelf niet meer hoeven te verdedigen. Heel vaak komt dan die grote kwaliteit van ze ook naar boven. Heel vaak heb ik meegemaakt dat ik dan heel veel support kreeg voor de vernieuwing die zo gewenst was. En dan dus ineens medestanders had, in plaats van tegenstanders.
Dus: begrijp wat er gebeurt, omarm alle weerstand, ga zelf niet in de verdediging en luister. Je weet maar nooit hoeveel hulp je uiteindelijk krijgt!
Yolande van der Veer – Expert