Uit onderzoek van Gallup blijkt dat het geven van effectieve feedback op de werkvloer zorgt voor meer betrokkenheid, productiviteit, retentie en uiteindelijk tot meer winstgevendheid. Het is daarom belangrijk dat iedereen weet hoe je het beste feedback kan geven en daar een gewoonte van maakt. Het gevolg van betrokkenheid, productiviteit en retentie is dat je medewerkers beter weet te binden, waardoor zij langer voor jouw organisatie zullen werken. Met deze 10 gouden feedback regels bouw jij aan een effectieve feedbackcultuur binnen jouw organisatie. Wil je meer toelichting bij de feedback regels? Lees dan zeker verder onder de afbeelding.
Regel 1: Focus op gedrag, prestaties en resultaten, niet op de persoon zelf
Let er bij het geven van feedback op dat je de ander aanspreekt op zijn gedrag, prestaties en/of resultaten in plaats van op zijn/haar persoonlijkheid. Je kan er namelijk makkelijk voor zorgen dat iemand zijn gedrag aanpast of beter gaat presteren, maar je kan er moeilijk voor zorgen dat iemand veranderd van persoonlijkheid. Zorg er dus voor dat je feedback onpersoonlijk is en gerelateerd is aan werkprestaties, gedrag en resultaten. Je kan dit heel makkelijk bereiken door het woordje ‘jij’ te voorkomen in je feedback. Zoals: ‘Jij hebt dit niet goed gedaan’. Dit neemt de beschuldiging weg.
Regel 2: Wees specifiek
Geef je te algemene feedback? Dan zal dit er niet voor zorgen dat mensen hun gedrag zullen veranderen, en is het dus niet effectief. De ontvanger zal zich een paar minuten goed voelen wanneer jij zegt ‘goede presentatie’, maar heeft hier in het vervolg niks aan omdat er geen actiepunt aan gekoppeld zit. Wat was er goed? Waarom was dit goed? Zorg ervoor dat de feedback concreet is en geef specifieke voorbeelden. Dit geeft de ander de mogelijkheid om er iets mee te kunnen doen. Zo help je de ander verder.
Regel 3: Geef altijd feedback met het doel om de ander beter te maken
Dit is misschien wel de belangrijkste regel bij het geven van effectieve feedback. De intentie van feedback is om de ander beter te maken. Zorg er dan ook voor dat je dit altijd in je achterhoofd houdt. Gebruik feedback niet om stoom af te blazen of de ander met de grond gelijk te maken. Wanneer je enkel je frustratie uit, kan dit ervoor zorgen dat jij je beter voelt, maar dit zal niemand anders beter maken. Het creëert weerstand en negativiteit in plaats van vooruitgang en positiviteit. Feedback is pas effectief als er een element in zit waar de ander iets aan kan verbeteren (of versterken in het geval van positieve feedback).
Regel 4: Richt je feedback aan de persoon waarvoor het bedoeld is
Geef je feedback aan degene waarvoor het bedoeld is en doe dat één op één. Het is onbeleefd wanneer je dit in de groep doet. Door met de ontvanger het gesprek aan te gaan voelt het niet als een aanval en kun je samen praten over hoe je dit gedrag kan verbeteren.
Regel 5: Geef je feedback zo snel mogelijk
Je wenst iemand ten slotte ook geen gelukkig nieuwjaar in juli. Feedback betekent dan ook niet veel wanneer je hier zes maanden later pas mee komt. Wel is het belangrijk dat je je emoties zo goed mogelijk in de hand houdt. Zorg er dus voor dat je (wanneer je boos bent) eerst gekalmeerd bent en hebt nagedacht over wat je wil zeggen, voordat je de feedback geeft. Maar wacht hier niet te lang mee.
Regel 6: Neem de tijd
Naast dat het belangrijk is dat je goed nadenkt over wat je wil zeggen, is het belangrijk om de tijd te nemen om feedback te geven. Geef feedback niet even tussen neus en lippen door. Doe je dat wel? Dan wordt de informatie door de ander niet goed opgenomen en zal je er weinig mee bereiken. Door feedback te geven via een online tool heb je de tijd om na te denken wat je wil zeggen. Zie schrijven als langzaam denken.
Regel 7: Vergeet de sandwich-methode
Overal vind je nog feedbacktrainingen die uitgaan van de sandwich-methode (compliment, opbouwende kritiek, compliment). Echter blijkt deze methode al lang niet meer te werken.Uit onderzoek blijkt namelijk dat deze methode ten eerste te doorzichtig is. Medewerkers horen een compliment en zetten zich dan meteen schrap voor de kritiek die komen gaat. Daarnaast wegen complimenten sterker mee dan de kritiek, wat ervoor zorgt dat de complimenten onthouden blijven en de kritiek snel weer vergeten is.
Regel 8: Spreek voor jezelf en wat jij hebt gezien, niet wat anderen vinden of je hebben verteld.
Je hebt het vast wel eens iemand horen zeggen: ‘Ik heb gehoord dat…’. Wanneer een medewerker dit op zijn/haar bordje krijgt, schiet hij/zij bijna altijd in de verdediging. ‘Wie heeft dit over mij gezegd?’, is de vraag die volgt. Zonder te weten waar de informatie vandaan komt weet je niet in welke context je het moet plaatsen en kan je er vrijwel niets mee. Geef feedback over zaken die je zelf hebt waargenomen en spreek altijd vanuit de ik-persoon.
Regel 9: Geef gewoon feedback!
Feedback geven is eng en vooral als het opbouwende kritiek is. Maar ondanks dat, is het toch belangrijk dat je de feedback geeft. Doe je dit niet, dan stapelt het probleem zich alleen maar op en zal het vrijwel nooit verbeteren. Om een team optimaal te kunnen laten presteren is het belangrijk dat iedereen weet wat de verwachtingen zijn, wat goed gaat en wat beter kan. Effectieve feedback is de beste manier om dit te bereiken.
Regel 10: Blijf het doen!
De laatste regel is zeker niet de minst belangrijke. Het kost even tijd en moeite om het geven van feedback onder de knie te krijgen, maar zodra je het door hebt, kan het verbazingwekkende resultaten geven. Zo voelen medewerkers zich meer gewaardeerd en ervaren zij meer werkgeluk wanneer er regelmatig feedback wordt gegeven. Zorg er dus voor dat het een gewoonte wordt.
Hopelijk word jij met deze 10 gouden feedback regels een expert in het geven van feedback. Succes!